Lichamelijke problemen (2A1)
Volgorde van onderzoek volgens het zgn. ‘Bio-Psycho-Sociale’ model:
‘Nurture’ – ‘Nature’: Problemen worden altijd veroorzaak door een combinatie van omstandigheden (‘Nurture’), die inwerken op bepaalde qua aanleg aanwezige kwetsbaarheden (lees: ‘gevoelige snaren’, opgelopen ‘allergieën’).
Eerst lichamelijk welzijn: Hulpverleners met een medische achtergrond (zoals wij) zullen altijd eerst een lichamelijke (Biologische) bril opzetten, alvorens te gaan psychologiseren, vanuit de overtuiging dat problemen pas als psychologisch of sociaal van aard mogen worden beschouwd, als eerst eventuele lichamelijke factoren in kaart zijn gebracht cq zijn uitgesloten.
LEES MEER …
We moeten zeker weten dat er geen onderliggende somatische factoren zijn waar de klachten aan kunnen worden toegeschreven of die in belangrijke mate interfereren met de klachten.
Verband lichamelijk en psychische klachten: Zo zijn er nogal wat mensen die last hebben van concentratieproblemen, vermoeidheid, somberheid, etc. agv een niet goed werkende schildklier, chronisch slaaptekort, een ongezonde leefstijl met te weinig beweging, overmatig alcohol- of druggebruik, de ziekte van Pfeiffer, stofwisselingsproblemen, etc. etc. Is daar niet expliciet aandacht voor, dan bestaat het risico dat u op een gegeven moment onterecht met een diagnose als ADHD, depressie of ‘burn-out’ rondloopt en is iedereen vervolgens verbaasd dat de behandeling niet aanslaat.
Verwijstraject: Bent u door de huisarts verwezen dan zijn eventuele lichamelijke problemen veelal al wel onderzocht en uitgesloten (Bijv. middels een oriënterend bloed-en/ of urine onderzoek), maar als u of uw kind via een ander kanaal binnenkomt (Sociaal Wijkteam/ CJG) is het verstandig de optie van een oriënterend lichamelijk/ lab- onderzoek even te overwegen en ev. te bespreken met uw huisarts.
‘Nature’: Maar ook als lichamelijke oorzaken reeds zijn uitgesloten zullen we eerst nagaan of er geen aanwijzingen zijn voor neurologische problemen, sterk genetisch bepaalde problemen zoals psychotische of autistische stoornissen, manisch depressiviteit, etc., alvorens onszelf toe te staan te gaan psychologiseren (dwz. psychologische hypotheses als verklaring voor uw klachten en symptomen te formuleren).
Onder biologische problemen die als eerste in kaart worden gebracht vallen ook ernstige slaapstoornissen, problemen met voeding, zindelijkheid, verslaving en andere zaken die sterk lichamelijk verankerd zijn.
‘Nurture’: Nadat eventuele lichamelijke problemen in kaart zijn gebracht/ uitgesloten, gaan we dus pas psychologische en sociale problemen in kaart brengen, hoewel wat die laatste twee betreft, bij voorkeur in omgekeerde volgorde: te beginnen met het in kaart brengen van de sociale context waarin iemand leeft (1e, 2e, 3e, 4e 5e, 6e en 7e milieu) a.d.h.v. een genogram waarbij we dus van buiten naar binnen werken en pas daarna verder inzoomen op het individu (‘psyche’).
BSP: Je zou dus kunnen zeggen dat we weliswaar het (BPS) ‘Bio-Psycho-Sociale’ model gebruiken als hulpmiddel om de problematiek in kaart te brengen, echter een andere volgorde hanteren, tw: 1. Bio 2. Sociaal en 3. Psyche, maar het dus wel BPS en niet BSP model noemen, omdat ‘Bio-Social-Psyche’ nu eenmaal niet ‘bekt’.
-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-
Interne links: (naar geassocieerde onderwerpen BINNEN deze website)
- .
Externe links: (naar geassocieerde onderwerpen BUITEN deze website)
- .